Er zijn vele manieren om een camera aan een vlieger te hangen om foto’s te maken. De simpelste manier is een zakdoek met een gat erin; steek de lens door het gat, bind de boek dicht, knoop hem aan de vliegerlijn en fotograferen maar! Dit is echter niet erg stabiel en je kan maar één kant op fotograferen.
Het frame
De meeste vliegeraars gebruiken een frame “rig” met een kruis erop dat vanaf de hoekpunten op twee punten aan de vliegerlijn vast zit, een picavet genoemd, naar de Franse uitvinder (zie foto). De lijn kan vrij door de ogen van het kruis bewegen waardoor de camera automatisch horizontaal komt te hangen.
Dit is het systeem waar ik mijn foto’s mee maak:
Gekocht als bouwpakket bij kapshop.com. Het frame heeft drie servo’s (motortjes). Eentje om het hele frame horizontaal te laten draaien (pan), eentje om de camera op en neer te bewegen (tilt) en eentje om de ontspanknop in te drukken. Dit alles wordt aangestuurd door een slim stukje elektronica (clickPAN pro) dat elke zoveel seconden een foto neemt en de camera ronddraaid. Zo hoef je dat zelf niet te doen en kan je je concentreren op het niet in sloten vallen bijvoorbeeld.
De camera
In principe kan je elke camera aan een vlieger hangen, als je maar een manier hebt om de ontspanner te activeren. In het begin gebruikte ik een GoPro sportcamera, die heeft het voordeel dat hij erg licht is, er een interval timer ingebouwd in zit en hij een waterproof behuizing heeft. Nadeel is dat er een fish-eye lens op zit, waardoor het beeld erg wordt vervormd. Dit is te corrigeren maar dan hou je alleen nog maar het middelste deel van de foto over; de randen worden dan erg onscherp. Daarom gebruik ik sinds kort een gewone compactcamera, de Canon Powershot S95. Deze kan ook foto’s in RAW-formaat maken, wat erg handig is bij het corrigeren van overbelichte delen van foto’s.